FOTOGRAFIE
REISVERHALEN
Ach kasian Mila dat jij maar niet vergeten kan…….In januari beslissen wij opnieuw naar Indonesië te gaan. Nu naar Sumatra, een voor mij onbekend eiland. Peter regelt een rechtstreekse vlucht naar Jakarta waar we 2 dagen uitrusten van een vlucht van 14 uur. Er komt toch nog veel om de hoek kijken wanneer we 30 dagen afwezig zijn. Als eerste de oppas voor onze kat Turkie regelen of het de buren uitkomt. Dan de entingen (Typhus is verlopen en malariatabletten een must). Verdere uitrusting voor de muskieten natuurlijk  zoals Deet en obat NyamukHet hotel in Jakarta, in de wijk Menteng, krijg ik aangereikt door een goede kennis. Op internet heeft Peter Eelco Groothuis gevonden : “Gidsinsumatra”. Hij heeft een tourbedrijf gestart voor zijn schoonvader die daar woont. Hij doet ons een voorstel voor een complete rondreis. We kiezen zelf de plaatsen en hotels uit, een zogenaamde flexibele tour. Mijn guling stopt Peter in de medicijnkoffer, de botol cebok los in de koffer. De rest in een plastic zak zoals zeepjes (aangeraden) en kleine flesjes nagellak om uit te delen. De bad spullen, alles in het klein, in een andere plastic zak, zodat het in het begin makkelijker te vinden is.Ik laat toch mijn haar knippen. Met een paardenstaart rondlopen zie ik niet zitten. Peter neemt zijn tablet mee in zijn fototas en onderhoudt op die manier contact met het thuisfront. We vertrekken op 30 maart en ik heb het nog steeds een portie koud van jewelste. Uit een boek dat Peter heeft gekocht, lees ik dat het in Bukit Tinggi ook behoorlijk fris kan zijn. Dat komt mooi uit en ik trek zoveel mogelijk kleren aan als mogelijk en lijk daardoor op een Marsmannetje. Het maakt mij niet uit. Voordat wij inchecken en door de douane gaan, voldoen wij eerst aan onze verslaving. Ja hallo, het is wel 14 uur vliegen naar Jakarta en Indonesië is het land bij uitstek waar volop gerookt wordt. Uiteindelijk duurt de vlucht met de Garuda 13 uur. Geen jam karèt deze keer. Ik kan het eten in het vliegtuig niet pruimen en stoor Peter met regelmaat door te vragen wat er op het broodje zit (ik ben al geen broodeter), de juice smaakt nergens naar, de koffie heeft niet het juiste kleurtje, maar is wel lekker warm. Uiteindelijk kan Peter slapen na al mijn gezeur. Ik benijd hem, want zoals altijd doe ik geen oog dicht. Doodmoe landen wij in op het vliegveld Soekarno Hatta in Jakarta dat zeker niet onder doet voor Schiphol qua grootte. Netjes worden we afgehaald door de chauffeur van Wisma PGI Teuku Umar. Wij kennen hem niet en zoals gebruikelijk staat hij niet met een bord omhoog met onze naam. De afhandeling van de bagage duurt wat lang en ik ga alvast naar buiten met de bedoeling alvast een sigaretje te roken. Helemaal achter het grote aantal personen dat mensen afhaalt , zie ik een man die wat achteraan staat. Ik loop naar hem toe en vraag of hij wacht op de familie Boom. Hij knikt en ik zeg dat ik mijn echtgenoot zal waarschuwen die nog steeds op onze bagage wacht. Daarna kom ik terug, zeg ik tegen de chauffeur. Ik loop terug naar de bagageruimte, maar een overijverige douanier houdt mij staande en vraagt naar mijn incheckformulier. Ik ben net uitgecheckt snauw ik min of meer en ga naar mijn echtgenoot en wanneer je mij niet gelooft, loop je maar met mij mee. Ik kijk achterom, maar blijkbaar heeft hij zijn interesse verloren of gelooft hij mij wel. De aardige chauffeur wijst mij het rookgedeelte buiten aan en blijft wachten. Hoewel wij de tolweg nemen duurt het nog zeker vijf  kwartier voordat wij in het hotel zijn. We puffen uit in de ontvangsthal waar lekkere fauteuils  staan. We worden hartelijk ontvangen met een glaasje jus d’orange. Een grote televisie staat hard aan en eigenlijk kijkt niemand ernaar. We krijgen een kamer met airco en dan begint het gesteggel. Zonder airco is het voor Peter te warm, voor mij met airco te koud. Na wat gemorrel met de afstandsbediening hebben wij de juiste temperatuur in de slaapkamer. Trouwens, dat hebben wij ook in Nederland met de centrale verwarming. Verder hebben we een heerlijke badkamer met een toiletdouche en het geheel was brandschoon. We maken de koffers open en binnen no time is de keurig ingepakte kleding een grote puinhoop. Ik vis mijn Indonesische duster en schoon ondergoed eruit evenals Peter die genoegen neemt met een T-shirt en onderbroek. De gebruikte kleding tijdens de reis doen wij in de wasmand in onze kamer. Ik ontdek een dag later dat ik die buiten de kamer moet zetten, anders wordt de was overgeslagen. Ongevraagd komt het hotelpersoneel niet in de kamer. We missen het middag eten, maar de kokkin was zo aardig om wat in elkaar te flansen met lekkere koffie en téh botol sosro. Na een douche slapen wij een gat in de dag. We besluiten het avondeten in de Wisma te gebruiken en eten a la carte. We worden netjes bediend, maar door de vermoeidheid laat ik de helft van het eten staan. Wij zijn moe, zeg ik tegen de koksbediende als een verontschuldiging. ’s Avonds genieten wij op het gezamenlijk terras van de heerlijke buitenlucht en een sigaretje. Ik heb direct een slof sigaretten  laten kopen.  Natuurlijk bestel ik ook mijn koffie erbij en Peter zijn geliefde ijsthee. Peter heeft uit Nederland kleine sigaren meegenomen. Behalve dat ik mijn sigaretje aanwezigen op het terras. Goede sigaren zijn heel moeilijk te koop in Indonesië. Bij de balie ook een tukan pitjit besproken voor  de volgende ochtend Ik hoor weer de bekende geluiden van vogels, de laatste roep van de Kutilan, het aanzwellend geluid van de Tonggèret (Cicaden), het gelach van het personeel dat bescheiden achterin bij de rook met een speciaal pijpje, baart ook het sigaartje wat opzien bij de ingang van de keuken een optrekje heeft.Op straat de etensstalletjes die verschillende geluiden hebben voor  koopwaar, zoals tong-tong voor bami goreng, tingel-tangel voor saté of wat dan ook.   Roomservice hoeft niet, want ontbijt is zelfbediening in een apart gedeelte van het hotel vanaf  7.00 uur.  Ik voel mij senang en ben weer terug van weggeweest. We gaan voor ons doen vroeg naar bed, zoals alle Indonesiërs dat doen. Wordt vervolgd Mila Boom-Schenkhuizen Java Sumatra 2015 deel 2 Indonesië 2015 Java-Sumatra Vandaag vroeg opgestaan en het is heerlijk weer (25 graden C). We ontbijten goed, alleen het bestelde eitje voor Peter – mata sapi, is dubbel gebakken. De tukang pijit komt om 10.00 uur en kost maar 150.00,00 rupia voor één uur. In overleg met haar masseert zij mij anderhalf uur. Ze giechelt wanneer ik haar zeg dat ik onmiddellijk voel dat ze goed is. Peter laat opnieuw een slof sigaretten kopen en tijdens de massage maakt Peter foto’s van het hotel en omgeving. We eten een hapje in het hotel en permitteren ons een korte siësta. Uitgerust, eindelijk, houd ik een bajaj aan om naar het Padang restaurant te gaan. Eerst tawar natuurlijk. Wat hebben wij gesmuld. We eten onder andere als groenten de bladeren van de Sinkong, drinken Durian sap en juice Jeruk. Allemaal vers van de pers. Warme thee wordt gratis gebracht. Natuurlijk controleer ik eerst hoe het in de keuken toegaat (die is open), want je weet maar nooit. Het is daar heel druk met gasten die al vroeg eten en de kelners lopen van hot naar haar. Ik vraag aan de kelner of hij ook kelapa kopyor heeft. Hij lacht verlegen. Isterniet. Nu is deze jonge kokos een zeldzaamheid en als die er is, is het duur en altijd uitverkocht, legt hij uit. We gaan naar de markt die tegenover het Padang restaurant ligt. Ik ben dol op tropisch fruit en ik sla mijn slag. Sawo, nou nou, die heb ik in geen eeuwigheid gegeten,  Mangistan en Rambutan. De diverse fruitstalletjes hebben ook verschillende soorten bananen, maar ik heb geen interesse. Verder 2 sloffen sigaretten gekocht voor de normale prijs . Bij een kleermaker kijk ik toe hoe handig hij de stof op de naaimachine hanteert. Hij vraagt mij of ik interesse heb om iets te kopen  op mijn maat en laat verschillende stoffen zien. Ik denk aan mijn jurkje die ik voor veel geld € 20,00 nieuwe knoopsgaten en knoopjes heb laten maken bij een Turkse kleermaker in Nederland.  Hoe aantrekkelijk het aanbod ook is, ik doe het niet. Ik heb jurken te over in Nederland die ik eigenlijk nooit draag. Voor de terugtocht naar ons hotel ga ik weer tawar met de chauffeur van de bajaj. Er is keuze genoeg wat het aantal bajaj betreft  en nu ik de prijs weet, loop ik door naar een ander. Voor een lager bedrag gaan we terug naar ons hotel en zijn om 19.00 uur terug. We lenen van de keuken een aardappelmesje, maar mijn hemel, wij krijgen een levensgroot mes. Het was wel een gepriegel voor zo’n kleine vrucht, maar de Sawo smaakte naar meer. We laten door de portier nog een Durian en een Zuurzak kopen en wat koekjes om te snoepen. Het kan niet op, zo’n trek heb ik. Een heftige korte regenbui barst los, maar onder de parasol kunnen we toch onze koffie en teh botol drinken. Wij zijn niet gewend om tweemaal per dag een warme maaltijd naar binnen te werken die de keuken te bieden heeft. In elke goed restaurant is er zowel een westers- als een Indonesisch buffet. De keukenjongen die onze koffie en teh botol brengt, vraagt of wij willen eten, want we hebben op het terras alleen koffie en teh botel besteld. Dat is niet onze adat, leg ik hem uit. We zien ook twee schatten van katjes, de een donker met een knoop in haar staart en noemen haar mauw2 omdat ze hard kan mauwen, de andere lijkt op een Siamees en is haast helemaal wit en is wat afstandelijker. Ze zijn beiden nog kittens. Bij het ontbijt geven wij wat stukjes kaas van onze tosti en het is zo leuk dat mauw2 met een van haar kleine pootjes de kaastukjes al halverwege opvangt. Ze eet nog liever het restant eten van de andere gasten waar vis in zit. Een hectische dag volgt. We slapen onrustig, want de Garuda staakt! Ik maak Peter wakker en zeg dat we als de wiederweer een ander vliegtuig moeten nemen. Peter kijkt op zijn horloge en slaapt daarna rustig verder tot 10.00 uur. Ik heb het allemaal gedroomd…… Wanneer ik wakker ben, dan ben ik wakker. Ik sta op en in het donker zit ik op de stoep van de eetzaal en rook m’n sigaretje. De lieve hulp van de keuken brengt mij toch mijn koffie. De katjes denken dat het al etenstijd is en de donkerste van de twee mauwt en geeft mij kopjes met haar lieve snoet. Eenmaal wakker regelt Peter toch gauw het ontbijt op het terras.  Het is inmiddels al 12.00 uur voordat wij een Blue Bird laten komen om ons te brengen naar Oud Batavia en daarna naar Pasar Ikan. Het hele grote plein is bomvol mensen. Het is libur (een vrije dag). De taxichauffeur kan ons niet verder brengen dan tot het plein door dat gedoe. Ik herken het stadhuis, café Batavia bestaat ook nog maar om goede foto’s te maken zonder mensen is een sine cure. Hoe verschrikkelijk warm en hoe ver het is……. We lopen door en vragen aan passanten de weg Pasar Ikan.  Iedereen gaat zich ermee bemoeien. Een vrouw is zelfs zo lief om een plattegrond te maken. Vanaf hier, dan onder de brug, links af en vandaar rechts af. Wij lopen door steegjes met kleine nering over gladde en bobbelige stenen. Ik hurk bij een winkeltje die schelpen verkoopt, maar ik heb inmiddels alles al. Het is eigenlijk geen kwestie van belangstelling, maar met dat jongkok rust ik even uit. Dit is pasar Batu, zegt één van de mannen, die verschillende schelpen verzamelt in een mandje en daarna met plastic omwikkelt. Op goed geluk en weer vragen lopen wij in feite rondjes op de pasar en komen uiteindelijk bij een brug. Ik loop naar de man toe die op het bruggetje tol heft voor een boot. Daar, wijst hij, is Pasar Ikan. Ik kan jullie met een kleine boot overvaren. Dat is niet de bedoeling, natuurlijk. Weer terug en puffen uit bij een stalletje voor ijskoude teh botol. Ik kan haast niet meer lopen en Peter besluit een bajaj aan te houden om ons naar een taxi standplaats te brengen. Taxi’s zijn hartstikke goedkoop. Omgerekend € 6,00 voor een uurtje. Ik wil niet overdrijven, maar Peter heeft mij min of meer naar het terras van het hotel gedragen waar wij een Bir Bintang drinken. De manager van de Wisma komt bij ons zitten en wij vertellen hem ons verhaal. Hij moet er hartelijk om lachen. Hij is morgen ook vrij, maar kan wel regelen dat er wijn voor ons wordt gekocht. Lekker ’s avonds drinken en het restant gewoon in de koelkast in de keuken doen. Ik leg uit dat wijn op kamer temperatuur moet. De kokkin neemt afscheid evenals de manager. Na weer een douche gaan wij weer naar het Padang restaurant met een bajaj. Op straat zijn levensgrote poppen te zien die allerlei kunstjes uithalen. Wel loopt er een jongetje mee die geld ophaalt. Na terugkomst in het hotel  rekent Peter de kosten van het hotel af en haalt alles uit de safe box. Opnieuw gaan we de koffers pakken. Tjonge wat een werk is dat! De schone was is klaar en  die leggen we bovenop de kleding in één van de koffers. We hebben alleen maar dorst. Uit de eetzaal vul ik twee flessen water uit een grote container.  De zuurzak is nog niet rijp en geef ik af aan de keuken. Morgen is het vroeg dag voor ons. Om 6.00 uur vertrekken wij naar Sumatra. Wordt vervolgd. Mila Boom-Schenkhuizen
Naar volgende afleveringen:  deel 3,  deel 4,  deel 5,  deel 6,  deel 7,  deel 8,  deel 9, deel 10, deel 11, en deel 12 (laatste)
Rondreis april 2015. Via Jakarta naar Sumatra. Medan-Tankahan- Berastagi-Tongging-Singil-Pulau Palambak-Samosir-Tobameer-Tuk Tuk- Sipirok-Bukittingi-Harau vallei-Maninjaumeer-Padang.
Indonesië Java - Sumatra 2015 door Mila Boom-Schenkhuizen